Verslag excursie Hortus Botanicus

door Yvonne Jelten-de Groot

Gewandeld, gekeken, geroken, gevoeld en geproefd.

Hortus Botanicus Amsterdam, gesticht in 1638. Oase aan het water. Een dagje feest voor een frisse geest, en een vleugje kennis van oude apotheken. Hoog-zomerdag met lunch en koffie en een broodje gezond. Om half twee rondleiding in groepen verdeeld.

Stel je voor, je loopt in een kas waar de cidaden zingen in de bomen, nachtschade groeit, waarin vleermuizen zich thuis voelen. Bomen met luchtwortels, Epifyten genoemd. Bamboe groeit zelfs in Amsterdam in de Hortus. Aardappelen en tomaten behoren tot de families van de nachtschades.

Maar er is meer, verbeeld je, de nectar van hallucinerende planten bijvoorbeeld uit Zuid-Amerika waar bepaalde stammen kennis van hebben, waar wij heel voorzichtig mee moeten omgaan. Deze middelen worden ceremonieel gebruikt bijvoorbeeld bij inwijdingen.

Wij blijven met beide benen stevig op de grond. We zien de Aronskelk, en de familie daarvan, en de Waaierplant die met alle winden mee waait. Zo de wind waait, waait zijn jasje.

Wat is Manna? Geen vaste broden, maar het meel daarvan, waarvan het brood gebakken wordt. Geuren van kaneel, uien, lavendel verhoogden het plezier. De gaai liet zich horen. Er was een troebele bodem, van drab water waarin stikstofbacteriën gedijen. We zagen Bekerplanten, wel klein, maar knijp niet te hard, er zat water in, duidelijk hoorbaar als je goed luisterde.

Dan was er de kruidentuin; Moeder natuur genas, en geneest nog. Vingerhoedskruid, Hondsdraf, en Thijm, noem het maar geen onkruid. Beginnende apothekers moesten een streng examen in kruidenkennis afleggen. Pillen en poeders zijn gemakkelijker, mits er niet te veel chemische middelen zijn gebruikt.

Er werd veel gelachten en we hadden allemaal een blos op onze wangen. Op een bank onder de oude Eik praatten we gezellig na. Nog even een stukje suikerriet in de hand en een banaan van de bananenboom. Niet te eten mensen, hij is nog niet rijp.

Na de rondleiding werden we vrolijk uitgezwaaid vanaf een jolige boot op het water, vol lach en gezang. Wie niet mee was, had er bij moeten zijn. In de Hortus, oase aan de het water, voor nu en later.