KUBES-reis naar Bornhofen aan de Rijn

van 21 tot en met 25 augustus 2016

Eerste dag

Een jaar gaat snel voorbij en voor we het weer wisten kwam 21 augustus in zicht. We gaan weer naar Duitsland met KUBES. Dit keer naar een hotel aan de Rijn en wel, Rheinhotel Wagner in Bornhofen.
Bob heeft ons al via de mail op de hoogte gebracht van het programma, maar de beleving moet je toch zelf ondergaan. Praktijk is toch altijd anders als de theorie.
Ik ( Hèlen ) en Albert als mijn begeleider gaan voor de tweede keer mee en zijn weer vol verwachting. Wij komen uit Rotterdam en hebben er een dagje aan vast geplakt en zijn op zaterdag de 20e al naar Arnhem vertrokken. Vlak bij het station hebben we een hotelletje genomen en daaraan vast geplakt een museum bezocht en op zaterdag lekker gegeten in de stad.

Op zondag de 21e kwamen we netjes op tijd bij de bus. Het was nog wel even puzzelen hoe we van de ene ingang naar de andere uitgang moesten op het station Arnhem. We moesten de ingang poortjes passeren dat was niet moeilijk, maar welke kaart moest je daarvoor gebruiken. Albert had een meereis kaart voor 2 keer en één keer had hij gisteren al gebruikt. De tweede reiskaart was bestemd voor de terugreis naar Rotterdam, maar omdat hij geen andere kaart had, heeft hij hem gebruikt om door de poortjes te komen. Dat was natuurlijk wel zonde van je meereiskaart. Afijn niet te lang bij stilstaan, we gaan lekker een paar daagjes weg. De bus stond al klaar met allemaal bekende en nieuwe gezichten. Snel een paar bekende gezichten begroet en een plaatsje gezocht in de bus.
In de bus werden lunchpakketten uitgedeeld en Bob had ook weer alle gegevens voor de reis keurig in een plastic mapje voor ons.
Onderweg een “plasstop” en na ongeveer 300 km zien we Bornhofen op de borden staan. Dan komt het moment van verwachting over het hotel, hoe ziet dat eruit en welke kamer zullen we krijgen?.

Wij kregen een 2 kamerappartement waar we met z’n zessen gemakkelijk konden verblijven. Alles zag er wel een beetje gedateerd uit, maar toch keurig in Duitse stijl ingericht. Hier zouden we het wel een aantal dagen uithouden!!!!.
Op het terras van het hotel werd koffie /thee en lekkere taart geserveerd. Lekker was wat zacht uitgedrukt. De taart was verrukkelijk.
Voor het diner zijn we het stadje Bornhofen nog ingelopen. Bornhofen heeft een Rijnpromenade van enkele kilometers, maar veel was daar niet te beleven. Het zag er allemaal wat afgesloten en onbewoonbaar uit. Later hoorde we wel dat er veel minder toeristen komen en ook de bevolking trekt hier weg. Dat leverde leegstand op.
Vlakbij het hotel staat een fraaie Franciscanerkerk en klooster. Bornhofen is ook een bedevaartsoord.

Thea ter Veer heeft later in de week een stukje voorgelezen over Bornhofen. De tekst komt uit het Pilgerbuch Walfahrtsort Kamp - Bornhofen.

Schilderachtig ligt het bedevaartsoord Bornhofen aan de rechter oever van de Rijn, overtroffen door de burchten Sterrenberg en Liebenstein.
In de volksmond worden ze 'de vijandige broers' genoemd. Het verhaal gaat, dat het ontstaan van Bornhofen samenhangt met een vijandige broedertwist.

In de middeleeuwen - zo luidt het verhaal - leefde daar een ridder, die twee zonen en een blinde dochter had.
Zijn zonen erfden de beide burchten: Sterrenberg en Liebenstein. Zijn geld moest na zijn dood gelijkmatig over zijn drie kinderen verdeeld worden.

Maar de broeders bedrogen hun zuster bij het verdelen van het geld en verstootten haar uit de burcht.
Zij hoopten dat ze de steile rotsweg, uitkomend in het dal, niet zou vinden en dat ze naar beneden zou storten.
Ondanks haar blindheid kwam zij echter behouden in het dal aan.
Haar kleine vermogen gebruikte zij voor de bouw van een kapel op de plek waar nu Bornhofen ligt.

Hoe toepasselijk!!!!

Wij hebben na het bezoeken van deze kleine kerk toch nog een terrasje gevonden waar we een glas heerlijke Rhijnwijn hebben gedronken.
Het diner werd geserveerd in de eetzaal en van te voren wisten we bij wie we aan tafel zouden zitten die avond. We kregen voor alle dagen een vaste tafel aangewezen en wij vonden dat een goede suggestie. Wel was het leuk om met andere mensen aan tafel te zitten als vorig jaar. Na het diner bleek dat veel mensen van de groep een beetje vermoeid waren en velen gingen gelijk naar hun kamer. Bob en Liese-Lotte hadden een kennismakingsspel bedacht, maar dat moet maar wachten tot de volgende dag.
We hebben bijna niet geslapen die nacht. Wat blijkt namelijk, pal naast ons appartement lag de wasserette. Daar was men de hele nacht bezig de grote wasmachines te laten draaien. Een hels lawaai. Omdat we 2 kamers hadden zijn we midden in de nacht naar een andere kamer verhuisd maar daar lag Albert op een matras waar de veren uitstaken. Geen succes dit appartement. Morgen maar een andere kamer gaan vragen.

Tweede dag

Na het ontbijt stond de bus klaar om ons naar Koblenz te rijden. Langs de oevers van de Rijn was dit een ritje van ongeveer 3 kwartier. Een mooie rit met uitgezicht op een aantal burchten aan weerszijde van de beroemde rivier. De bus zette ons af in het centrum van Koblenz, vlak in de buurt van de kabelbaan (de modernste ter wereld) die ons naar boven brengt naar de vesting Ehrenbreitstein. Wat een adembenemend uitzicht hebben we in de 20 persoonsgondels. We zweven letterlijk en figuurlijk naar de vesting.

Omstreeks het jaar 1000 bouwde een zekere Ehrenbert op een steile rots van 118 meter boven de Rijn een van de sterkste machtigste vestingen. Helaas zijn er eeuwenlang gevechten geweest om en rond de vesting. De Franse hebben na een belegering van één jaar, waarbij de verdedigers werden uitgehongerd, de vesting overgenomen.
Een gids trachtte ons de geschiedenis op een leuke manier uit te leggen. We wandelen in 3 groepen door o.a. het Bastions en barokgebouwen. Ook waren er een aantal maquettes met brailleteksten aanwezig. Het is een soort openluchtmuseum en boven op de vesting heb je een schitterend uitzicht over de Rijn en Moezel. Het is spectaculair, maar net als op zoveel plekken waar je voor het eerst komt laat de rondleiding zoveel indrukken achter dat je feitelijk te weinig tijd hebt. Je kan hier wel een hele dag doorbrengen.

Na dit bezoek zweven we weer naar beneden naar de stad Koblenz zelf. Voordat we de stad op eigen gelegenheid kunnen gaan bezichtigen gaan we eerst in restaurant “Wacht am Rhein” lunchen. Koblenz is een oude stad ingeklemd tussen de Moezel en de Rijn met een geschiedenis die ook weer teruggaat tot de Romeinse tijd. De Romeinen vermelden ongeveer 14 jaar na Chr. de naam Castrum ad Confluentes, wat betekent “nederzetting bij de samenvloeiing“.

Na de lunch kunnen we paar uren op eigen gelegenheid de stad bezichtigen. Het is aan ieder zelf wat te gaan doen. Bijna iedereen wandelt naar de spitse landtong, de Deutsches Eck genaamd waar op een in totaal 37 meter hoog monument keizer Wilhelm I met een godin van de overwinning staat afgebeeld. Jaarlijks bezoeken meer dan 2 miljoen mensen dit indrukwekkende monument.
Wij zijn erom heen gewandeld en zijn de St. Kastor kerk binnengelopen. Deze kunsthistorische kerk is wel de belangrijkste kerk van Koblenz. Het is een drieschepige Romaanse basiliek. Na deze 2 belangrijke bezichtigingen gunnen we ons zelf wel een drankje op een van de terrassen van deze oude stad en voordat we het wisten was het weer tijd om samen te komen voor een kopje koffie/thee met dat heerlijke Duitse gebak ofwel Stück Torte.
Moe en voldaan wandelen we gezamenlijk naar de bus die ons weer naar het hotel brengt. Na het diner strijken we neer op het terras van het hotel waar we het uitgestelde voorstellingsspel doen. Een rammelende bal wordt steeds naar een ander persoon gegooid die dan weer iets over zichzelf vertelt. Bij elkaar ben je zo een uurtje verder want het is een grote groep. Het was een geslaagd spel, zo kom je in korte tijd toch het een en ander van elkaar te weten.
Inmiddels hebben we een nieuwe kamer gekregen en hopen dat we beter slapen dan de afgelopen nacht. Ach ja, dit hoort nu eenmaal ook bij reizen.

Derde dag

Vandaag staat er een boottocht op de Rijn op het programma. Gisteren liet de zon af en toe verstek gaan, maar vandaag staat hij volop te schijnen. We rijden met de bus naar de aanlegsteiger van rederij Köln. In St Goar moeten we overstappen en dan weer met de boot naar Boppard. Heerlijk is het op de boot en wat een prachtig uitzicht op de beide oevers van de Rijn. Onderweg passeren we de beroemde Lorelei een 132 meter hoge rots waar de Rijn een scherpe bocht maakt en heel smal is. De legende is dat een mooi meisje op de rots haar lange blonde haren kamde. Door haar verschijning leidde ze zo erg de schippers af dat veel schepen vergingen of verdwenen. Bijna iedereen kent de sage en een stuk van het beroemde lorelei lied.

Heinrich Heine, 1822 (1799-1856)

1. Ich weiß nicht, was soll es bedeuten,
Daß ich so traurig bin,
Ein Märchen aus uralten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.
Die Luft ist kühl und es dunkelt,
Und ruhig fließt der Rhein;
Der Gipfel des Berges funkelt,
Im Abendsonnenschein.

2. Die schönste Jungfrau sitzet
Dort oben wunderbar,
Ihr gold'nes Geschmeide blitzet,
Sie kämmt ihr goldenes Haar,
Sie kämmt es mit goldenem Kamme,
Und singt ein Lied dabei;
Das hat eine wundersame,
Gewalt'ge Melodei.

3. Den Schiffer im kleinen Schiffe,
Ergreift es mit wildem Weh;
Er schaut nicht die Felsenriffe,
Er schaut nur hinauf in die Höh'.
Ich glaube, die Wellen verschlingen
Am Ende Schiffer und Kahn,
Und das hat mit ihrem Singen,
Die Loreley getan.

In Boppard, vlak bij de aanlegsteiger gaan we lunchen in restaurant Baudrobiga. Een heerlijke lunch en weer gezellig getafeld met weer andere gasten van de reis.
Na de lunch vertrekken we met de bus naar klooster Maria Laach. Dit is ongeveer 50 kilometer rijden. We rijden het Eifelgebied in. In Maria Laach kunnen we op eigen gelegenheid het gehele complex bekijken.
De abdijkerk geldt als een van de belangrijkste bouwwerken in Staufische stijl. De plaatsnaam Laach dankt zijn naam aan het daar gelegen vulkanische meer (de naam "laach" is afgeleid van het oudhoogduitse woord "lacha", van Latijn "lacus" = nl. "meer"). De abdij werd oorspronkelijk Abdij Laach genoemd tot omstreeks 1862 de Jezuïeten er de naam "Maria" aan hebben toegevoegd. Direct achter de abdij ligt de militaire begraafplaats waar zesendertig - in de Tweede Wereldoorlog gesneuvelde - Duitse militairen zijn begraven.

We wandelen het grote terrein over en hebben even het gevoel in een soort pretpark te zijn beland en ondanks de mooie kerk en tuin hebben we dat gevoel niet van ons af kunnen zetten. De abdijkerk was indrukwekkend met zijn twee groepen van 3 torens. Binnen werden we verrast door een zee van geluid afkomstig uit het orgel.
We hebben er zeker wel een kwartier naar zitten luisteren. Ook het praalgraf van paltsgraaf Hendrik II was het bezichtigen waard.
Jammer genoeg was het klooster gesloten en zijn we door de schitterende tuinen gewandeld en hebben een drankje gedronken bij het restaurant.

Een verrassing was de gezellige borrel die Bob en Liese- Lotte altijd organiseren. Op een plek aan de Laachersee werd er weer geproost op de gezellige dagen die we met elkaar doorbrachten. Allemaal een alcoholische versnapering in een klein glaasje en een zoute stengel maken het compleet. Wat een prettige sfeer heerst er toch.
Na dit gebeuren terug naar het hotel waar we weer een lekkere maaltijd aangeboden kregen.

Vierde dag

Het wijnstadje Rüdesheim staat op ons programma voor vandaag. Na het ontbijt maken we met de bus een ritje van ongeveer 40 kilometer. Allereerst een bezoekje met een gids in het Rheingauer Weinmuseum. Dit museum is gevestigd in de Brömserburg, een imposant gebouw uit de 11e/12e eeuw. Er is veel te zien en dit wordt met veel enthousiasme verteld aan ons.
Op sommige plekken kan en mag je druivenpersen, kannen, deuren, vaten en een houten maquette aanraken, heel interessant. Op de eerste etage via een nauwe kleine steile trap komen we op een soort terras en krijgen daar een glaasje wijn aangeboden. Hoe heerlijk is het hier zitten en je ogen dicht te doen en in gedachten een paar honderd jaar terug gaan naar de tijd waarop dit gebouwd werd. Als je je ogen open doet kijk je op de Rijn met de zon op je gezicht. Wat een zalig moment !!!.

Na deze rondleiding kan je zelf het plaatsje Rüdesheim bekijken. We krijgen een paar suggesties mee en uiteindelijk kiezen we voor het Niederwald Monument, hoog boven Rüdesheim. Eerst strijken we nog neer voor een lunch op een van de vele terrassen. Waar het op sommige plekken de afgelopen dagen relatief stil was, is het hier enorm druk met toeristen.
De kabelbaan van Koblenz is zo bevallen dat we nu zonder angst in de kabelbaan naar Niederwald stappen. Het zijn kleine gondels voor enkele personen met een prachtig uitzicht over het oude centrum, de Rijn en de wijnbergen rondom. Je kan ook naar boven lopen maar dat is toch wat te ver en te heet vandaag. Vanuit de kabelbaan loop je in 10 minuten naar het hoge standbeeld van de godin Germania die de hoede aan de Rijn symboliseert. Zij herinnert aan de stichting van het Duitse Rijk direct na de Frans-Duitse Oorlog. Het monument heeft een totale hoogte van 38 meter.
Het is bloedheet, ruim 30 graden vandaag en er staan weinig bankjes en al helemaal geen bankje in de schaduw. Het enorme beeld ligt ook volop in de zon. We blijven dus maar even boven om te genieten van het monument en het uitzicht.

Beneden aangekomen duiken we een echte Deutsche Konditorei in waar we weer genieten van een kannetje thee en daarbij een Schwartswaldertorte.
Om 15:00 uur worden we verwacht bij het wijngoed Adolf Störzel, waar we een reuze gezellig wijnproefuurtje krijgen. We proeven een aantal witte wijnen en één rode en het glaasje mogen we meenemen. De wijndeskundige vertelt ons met veel humor in het Nederlands over de wijnen die we proeven. Na afloop kan je wijn die je erg lekker vond kopen. Je hoeft er niet mee te sjouwen, want de flessen worden voor je naar de bus gebracht. Hoe luxe wil je het hebben? De dag wordt afgesloten met een barbecue op het terras van ons hotel, goed verzorgd en na het eten komt er een Duitse DJ die achter een keyboard ons verrast met leuke muziek en zang. Er kan gedanst worden en daar wordt dan ook gebruik van gemaakt.

Vijfde dag

Het zit er weer op. Na het ontbijt rond 9:00 uur vertrekken we richting Arnhem. Onderweg is er een stop in het stadje Xanten. I.v.m. files onderweg hebben we niet veel tijd om het stadje te bekijken, alleen om te lunchen. De lunch wordt letterlijk en figuurlijk betaald uit de Pot.
Liese–Lotte heeft voor ieder van ons een klein potje geboetseerd waar we geld in kregen voor de lunch.
Heel leuk en het staat nu in de tuin te pronken.

Dit was mijn tweede vakantiereis met KUBES en hopelijk is dit niet de laatste reis. We hebben van alles genoten. Een verhaal apart was het vreemde hotel, eigenlijk is dat een hoofdstuk apart maar iedereen snapt wat ik bedoel. Wederom heb ik met grote bewondering en verwondering de groep gadegeslagen. Ikzelf heb nog één redelijk goed oog, dus kan nog veel zien. Dat houdt in dat ik met Albert regelmatig daarover discussieer of ik wel bij KUBES thuis hoor. Maar eigenlijk hoef ik daar toch niet te lang over in te zitten. Ten eerste omdat ik niet weet wat de toekomst zal brengen wat mijn andere oog betreft en ten tweede ervaar ik zoveel gezelligheid en warmte bij jullie en dat ik mij thuis voel en dit niet wil missen. Daarom iedereen bedankt, ook namens Albert voor de gezelligheid en zeker de organisatoren van dit schitterende reisje.
“Petje Af” BEDANKT.

Hèlen Smit-Blaas