Excursie kasteel Heeswijk
14 maart 2019
De regen viel die donderdag met bakken uit de hemel, maar dat kon de pret niet drukken.
De koffie en de meest verrukkelijke appeltaart die ik ooit gegeten heb, waren een goed voorteken voor wat een prachtige en informatieve dag zou worden.
Mevrouw Coby Hoogwout was onze rondleidster.
Wij begonnen in de Wapenzaal. Daar hoorden wij de bewogen geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners.
In de 11 e eeuw begint het met het bouwen van de Motte, bij het riviertje de Aa, in de nabijheid van `s- Hertogenbosch. Op een heuvel, het zand komt van de afgegraven gracht, wordt een houten gebouw neergezet.
Langzamerhand breidt de Motte zich uit met een palissade en versterkingen zoals torens, zodat het steeds veiliger wordt.
Graaf Almericus van Heeswijk is in 1156 de eerste (gedocumenteerde) bewoner van de Motte.
Eind 1200 trouwt achter- achterkleindochter Agnes van Heeswijk met Walraven van Bentheim, heer van Dinther. Het wordt nu de Eenheid van Heeswijk- Dinther, een vrije heerlijkheid. Rond 1359 komt het aan de hertog van Brabant. Later koopt de Bossche schepen Willem van der Aa, die al heer van Nieuw Herlaar is, het kasteel en landgoed.
Hij verbouwt de Motte tot een groot , vierkant kasteel en gaat in de nordwestvleugel wonen.
Door huwelijken en erfenissen wisselt het kasteel verschillende keren van eigenaar. Met de diverse verbouwingen naar eigen inzicht wordt het steeds meer een representatieve woonsituatie. Maar met behoud van de defensieve kwaliteiten. Dat defensieve karakter komt goed van pas: veel oorlogen worden gevoerd, met de nodige plunderingen en bezettingen. Maarten van Rossem, berucht om zijn meedogenloze wijze van oorlogvoering, komt plunderend langs in 1543. In de 80- jarige oorlog probeert Prins Maurits tot driemaal toe het kasteel te veroveren. In 1629 lukt het Prins Frederik Hendrik tijdens het beleg van Den Bosch, zonder verzet.
In 1649 koopt Mathijs van Asperen, de eerste protestante bewoner, loyaal aan de Republiek, het kasteel. Later wordt het grootscheeps verbouwd door de familie Van der Hoeven. Het krijgt dan de grandeur van een adellijke residentie met torens als symbool van adeldom en macht.
In 1672 komt zelfs Lodewijk x1v langs om het verdrag van Heeswijk te tekenen. Hij zelf gaat daarna naar huis, maar zijn leger blijft achter en vraagt de boeren en burgers onder bedreiging om hun schatten in te leveren.; Zo niet, dan wordt alles in brand gestoken. Dit heet brandschatten!
Vele oorlogen volgen.
Tijdens de Eerste Coalitieoorlog wordt `in 1774- 1775 s’- Hertogenbosch bezet
door het leger van de Franse Republiek. Generaal Pichegru heeft zijn hoofdkwartier in het kasteel.
Pichegru was in het geheim loyaal aan de koning, dus liep het slecht met hem af.
Het huidige kasteel is verbouwd naar de inzichten van André baron Van den Bogaerde van Terbrugge, die het in 1834 voor 72.500 gulden koopt. Met de landerijen! Hij is sinds 1830 gouverneur van de koning in Brabant.
Het kasteel wordt gerestaureerd en uitgebreid met twee vleugels en een toren. Hij verblijft met Eugénie, zijn vrouw en hun drie zonen ’s ‘zomers in Heeswijk en ‘s ‘winters in het Gouvernementspaleis ( het huidige Noord- Brabants Museum) in Den Bosch. In 1855 overlijdt hij en laat een omvangrijke erfenis aan zijn zonen na. Zijn vrouw is in 1843 overleden. Behalve de onroerende goederen maakt een onvoorstelbare hoeveelheid kunstschatten deel uit van de verzameling.
Zijn oudste zoon Amedée, gehuwd met Ottelina van Tuyll van Serooskerken, is kamerheer bij koning Willem II. Hij heeft een ,op zijn zachtst gezegd, zeer uitbundige levensstijl en maakt veel schulden. Maar zijn vader houdt hem de hand boven het hoofd.
Na zijn vaders overlijden wordt hij uitgekocht en onterft.
De andere zonen, Louis en Alberic bouwen het kasteel weer verder uit om vooral de kunstverzameling te kunnen herbergen. Ook het interieur wordt verfraaid.
Beide broers zijn vrijgezel, alhoewel één van hen twee bastaarddochters heeft, die in België opgroeien.
Na het overlijden van de broers komt het kasteel in 1895 in handen van de kleinkinderen van Amedée. Het bizarre testament: het kasteel moet onbewoond maar intact blijven tot de jongste erfgenaam 80 jaar oud is.
Dat is dan december 1963!
Het testament wordt aangevochten. De familie krijgt het eigendomsrecht over de roerende goederen. Maar alles wat hangt of bevestigd is, moet in het kasteel blijven.
Tussen 1897 en 1903 wordt op diverse, opzienbare, veilingen voor meer dan 600.000 gulden aan uiteenlopende kunstschatten verkocht. Wat niet verkocht wordt, blijft in het kasteel.
Jonker Otto sterft in 1947. Zijn broer Willem bewoont vanaf 1949 met zijn vrouw Albertine van Heeckeren van Kell de voorburcht, het Koetshuis. Albertine is gouvernante van prinses Juliana geweest.
Door renovaties krijgt het kasteel het aanzien van een Loire - kasteel en komt er ook een tuin in Franse stijl. Willem en Albertine hebben echter nooit in het kasteel gewoond. De laatste adellijke bewoner is dus jonker Alberic geweest.
In 1964 wordt een groot deel van de landgoederen verkocht, inclusief kasteel Nemelaer. De opbrengst wordt voor een groot deel besteed aan kunst. Baron Willem overlijdt in 1974. Albertine besluit een Stichting Kasteel Heeswijk in het leven te roepen om de toekomst als historisch erfgoed veilig te stellen.
Zij overlijdt in 1994. Wat nog te erven is, gaat naar de adoptiefdochter.
Na alle restauraties en aanpassingen gaat het kasteel in 1997 open voor publiek.
Wij hebben het hele kasteel, met al zijn zalen en de keuken bewonderd. Ook hier veel verhalen over de inrichting en soms mochten wij dingen aanraken. Mevrouw Hoogwout kan ongelooflijk boeiend vertellen, wij hingen aan haar lippen. Ook smeuïge verhalen werden opgedist.
Het is een ‘lëvend’ kasteel, dat de fantasie prikkelt over de levensstijl van de bewoners.
Pas tegen drieën zijn wij toch maar eens gaan lunchen, of huiswaarts gekeerd.
Ik heb enorm genoten van deze rondleiding. En ik denk wel iedereen!
Jankie van Soest