Verslag van Rob Remmen
Omdat betasten nu eenmaal meer tijd kost dan bekijken en vaak zelfs per persoon een object bestudeerd moet worden, werd het gezelschap van 24 deelnemers gesplitst, waarbij groep 1 locatie A bezocht en groep 2 locatie B. Na de middag werden de rollen omgekeerd.
Velorama
Een goede gids is het halve werk en die hadden we in de voorzitter van de Stichting Nationaal Fietsmuseum Velorama, die in een korte heldere inleiding de geschiedenis van de fiets schetste. Daarna illustreerde hij de ontwikkeling met een aantal fietsmodellen uit het museum die uitvoerig betast konden worden. Ze varieerden van de ongeveer 200 jaar oude loopfiets, feitelijk een plank met twee wielen en een stuur, die niet alleen bevoeld maar ook uitgeprobeerd werd, via een driewieler, en een vierwieler tot uiteindelijk weer een tweewieler maar nu met pedalen, oermodel van onze huidige fiets. Dat was de grote lijn maar tussendoor waren er ook allerlei varianten en modegrillen te bewonderen.
Aardig is natuurlijk als je als bezoeker zelf details ontdekt waar de gids niet op gewezen heeft. Zo vonden we op de plek waar tegenwoordig een fietslamp zit versieringen als slangen- en vogelkoppen. Één Lid van onze groep, die blind is en werkt in de fietsreparatie, kreeg de gelegenheid een kijkje te nemen in de werkplaats van het museum. Al met al een heel geslaagd bezoek, waarin we maar een deel van de collectie bekeken hebben. Een tweede ronde kan nog heel wat interessant voelmateriaal opleveren.
De Bastei
De Bastei, eigenlijk een middeleeuws verdedigingswerk binnen de Nijmeegse stadsmuur, heeft lang verborgen gelegen onder huizen. Het werd in 1987 herontdekt en in ere hersteld en voorzien van een moderne bovenbouw. Het gebouw biedt ruimte aan 3 musea, waarvan wij er 2 bezocht hebben. Allereerst de Schatkamer van de Rivier: een collectie van flora en fauna uit de omgeving van de Waal. Zittend aan een grote tafel, kregen we stuk voor stuk opgezette exemplaren in handen van o.a. merel, uil en specht. Opgezette dieren vormen een unieke bron van informatie als je ze niet in levende lijve kunt zien. De show werd min of meer gestolen door de tijger, uiteraard wel enigszins verdwaald, die afkomstig bleek uit de collectie van voormalig blindeninstituut St. Henricus uit Grave. Het dier was aldaar maar ook later zo vaak en intensief betast dat het vanzelf zijn wilde haren was kwijtgeraakt.
Het museum de Oergrond richtte zich vooral op de archeologische ontwikkelingen rond de rivier. Zo werden de opeenvolgende geologische aardlagen in een model schematisch weergegeven, helaas achter glas, maar daar kan een gids een verhaal bij vertellen. Verder waren ook de oorspronkelijke bouwmaterialen van de Bastei, zoals bakstenen in de muren verwerkt en uiteraard binnen handbereik. Ook hier was weer een duidelijke trekpleister nl de schedel van een mammoet, waarvan in ieder geval de indrukwekkende slagtanden goed te bewonderen waren.
Kortom: twee boeiende rondleidingen voor en na een heerlijke lunch in het restaurant van de Bastei. Met dank aan Stichting KUBES voor de planning en organisatie en aan de vrijwillige begeleiders voor de praktische uitvoering!”